Woorden


Schrikken hoort bij spinnen
Zoals huilen hoort bij pijn,
Vrezen hoort bij dood
Zoals wanhoop hoort bij zijn.

Schoot hoort bij moeder
Zoals beminnen bij geliefde,

Woorden werden orde nadat ik hen doorkliefde.

Afgunst hoort bij hebben
En argwaan bij bezit,

Idee hoort bij vormen
En vormen hoort bij zinnen,
Zoals dat hoort bij dit.

Want als kuchen hoort bij niezen
En kniezen bij een bloem,
Dan weet niemand meer
Hoe je ook weer doet in een onweersbui,
en of je schuilen moet bij zonneschijn.

Is het een lepel waarmee je eet?
Of een woord?
Ik eet altijd het liefst met iets waar de letter a in voorkomt.

A.
Afgang: voor een boterham.
Aambeeld: voor hutspot of biefstuk.
Auto: voor soep.

Een woord is maar alleen een woord
Totdat je bedoeling bedoelt.
Of zit de bedoeling al in het woord,
Of wordt het woord de bedoeling?

Ik zoek een woord dat alles bedoelt
Een woord dat alles kan worden.
Een woord zo woord dat je nooit meer de letters langs je tanden hoeft te voelen, zo woord dat niemand meer iets hoeft te bedoelen.

Woorden worden woorden.
Je zou er haast wanhopig van woorden.


Esther Porcelijn
Stadsdichter van Tilburg 2011-2013